Celestijnse belofte
De inzichten volgen een bepaalde lijn. In het begin leren we dat we een energetisch wezen zijn welk één is met zijn omgeving aangezien alles en iedereen is opgebouwd uit deze zelfde energie. Er is dus interactie mogelijk tussen jouw en anderen op energetisch niveau. Vaak gebeurt dat heel bewust, soms ook onbewust. Signalen op energetisch niveau ontvangen noemen we toeval, dagdromen, visioenen en gedachten.
’Namasté’ betekent: Mijn Boeddha-natuur groet de Boeddha-natuur in jou. Ofwel, ik kijk niet naar de Ego, maar wie je werkelijk bent.
Wie je werkelijk bent is dit energetische lichaam, je ziel, godsvonk of Boeddha-natuur. Maar je bent hier geboren op deze plaats in deze tijd en hier zul je het moeten gaan doen. Je leert heel snel in je kinderjaren dat volledig openstaan voor energie niet genoeg is. Er is een aardingproces en een Ego nodig om je ding te kunnen doen hier en nu.
Je bent geboren in een gezin met ouders die al een heel lang aardingproces achter zich hebben, een Ego hebben gevormd en vanuit dat Ego proberen zich staande te houden in deze maatschappij. Dit gaan we allemaal doen. Elke volwassene heeft zich geaard en een Ego gevormd. Daarbij zijn we vaak het contact met de Universele energie, ons contact met onze eigen Boeddha-natuur vergeten. Omdat de nadruk in het westen zo nadrukkelijk ligt op weten in plaats van voelen, leren in plaats van loslaten, en vertrouwen zoeken in status/macht/carrière/geld in plaats van vertrouwen zoeken in wie je werkelijk bent, zijn we die werkelijkheid deels kwijtgeraakt. In plaats daarvan maken we een nieuwe werkelijkheid waarin gehechtheid aan jezelf (ik) en je omgeving (mijn en ons) centraal staan. Daarnaast staat ook afkeer centraal, afkeer naar datgene bedreigend is voor het Ik, het Mijn en het Ons. Dit alles wordt veroorzaakt door onwetendheid, onwetendheid wie we werkelijk zijn, onwetendheid over onze Boeddha-natuur. Gehechtheid, afkeer en onwetendheid zijn binnen het Boeddhisme de drie vergiften waar negativiteit uit voortkomt.
We hebben dus een nieuwe werkelijkheid geschapen. Tegelijk zijn we nog steeds een energetisch wezen ook al beseffen we ons dat steeds minder. Dit energetische wezen heeft behoefte aan energie, alleen zijn we verleerd om deze energie vanuit het Universum te ontvangen omdat dit niet meer past in onze nieuwe werkelijkheid. Daarom gaan we binnen onze nieuwe werkelijkheid op zoek naar manieren om toch energie te ontvangen.
De eerste mensen waar we energie van ontvangen zijn onze ouders. In eerste instantie gaat dat vanzelf, een baby krijgt (bijna) altijd de aandacht en de liefde die het nodig heeft. De baby is de centrale factor binnen het gezin. Maar deze baby uitgroeit tot een kind is deze vanzelfsprekendheid veel minder. Je moet gaan vechten om je plaats en om aandacht. Het kind gaat bij zichzelf te raden op welke manier hij de meeste energie kan ontvangen van zijn ouders.
Zoals we reeds weten zijn er vier karakterstructuren of beheersingdrama’s te weten: Bullebak, ondervrager, afstandelijke en arme ik.
Voorbeeld:
Stel het kind heeft 2 ouders die allebei Bullebakken zijn. Het kind verlangt energie, liefst in positieve zin, lukt dat niet, dan in negatieve zin. Het kind kan uitgroeien tot een eveneens een Bullebak,, maar dan krijgt het voornamelijk negatieve energie (ruzie) en dat zal dus niet zijn eerste optie zijn. Veel logischer is het als het kind een Arme Ik wordt. Dan krijgt het positieve aandacht omdat het kind dat gedrag vertoont waarin de Bullebak zich graag in mengt. De Bullebak overheerst, geeft adviezen, geeft sturing, en de Arme Ik ontvangt.
Zo creëert elk beheersingdrama een ander beheersingdrama, in eerste instantie vanuit positieve energieoverdracht. Als dat niet lukt, dan vanuit negatieve energieoverdracht, zolang er maar energieoverdracht is.
Een Bullebak zal in eerste instantie een Arme Ik creëren. Pas daarna een andere Bullebak.
Een Bullebak zal niet snel een ondervrager creëren omdat de ondervrager de Bullebak alleen maar woest en kwaad maakt met zijn vragen en de ondervrager ook geen voeding krijgt omdat hij geen antwoorden krijgt. Hij genereert woede terwijl hij juist het gesprek opzoekt. Ook zal een Bullebak niet snel een afstandelijke creëren, omdat een afstandelijke de Bullebak helemaal niets geeft maar zich wel continu op de huid gezeten voelt zitten, terwijl de afstandelijke dat nu juist niet wilt.
De Ondervrager schept voornamelijk afstandelijke kinderen. De ouder vraagt zo veel dat het afstompt bij het kind. De enige mogelijkheid van het kind om te ontkomen aan de vragenzee is een afstandelijke houding aan te nemen. Hoe minder je je ouders verteld, des te minder kennis hebben ze om vragen op te baseren. Daarnaast houdt het vragen stellen vanzelf op als er geen antwoord komt. In sommige gevallen creëert de ondervrager een Arme Ik.
De Afstandelijke ouders scheppen op hun beurt juist ondervragende kinderen. Als je vader en je moeder het enige referentiekader is (en dat zijn ze de eerste jaren van je leven ook) en je ouders zijn afstandelijk, dan ga je ze uithoren en ondervragen. Zijn de ouders extreem afstandelijk, dan kan de dominantie van de ondervrager zelfs onvoldoende zijn en is er meer voor nodig, kan het kind zelfs zeer boos worden als het geen antwoorden krijgt en schiet door naar de Bullebak of schiet door naar de Arme Ik, helemaal als het kind denkt dat het aan hem ligt dat zijn ouders niets zeggen.
Arme Ik trekt voornamelijk een bullebak aan, in mindere mate een afstandelijke.
Natuurlijk zijn er altijd andere combinaties mogelijk, maar dit is mainstream.
In onze kinder- en pubertijd creëren we dus een Beheersingdrama. Ons Ego is dus het Ego van de Bullebak, ondervrager, afstandelijke of Arme Ik.
Om dit te bewerkstelligen kan een persoon zich een 2 beheersingdrama aanmeten die hij als middel gebruikt om zijn eigen beheersingdrama veilig te stellen. Een Afstandelijke wilt met rust gelaten worden, houdt niet van verassingen en wendingen en kan de Ondervragende rol gebruiken om in zijn omgeving af te tasten waar iedereen mee bezig is. Op het moment dat hij dit weet en beseft dat er geen verassingen te wachten staan kruipt hij terug in zijn eigen beheersingdrama van Afstandelijke.
Nu we ons eigen beheersingdrama kennen, kunnen we er iets aan doen. Je weet nu hoe je energie ontneemt vanuit je omgeving.
Vaak is het zo dat je (on)bewust je partner gekozen hebt op basis van je eigen beheersingdrama. Waren je ouders Bullebakken en ben jij een Arme Ik, dan kan het heel goed zijn dat je partner ook een Bullebak is. Sterker nog, het kan heel goed zijn dat veel van je vrienden Ondervragers of Bullebakken zijn. Je voelt je prettig bij dominante mensen en niet bij passieve mensen. Hierdoor ontneem je jezelf spirituele groei omdat je een groot deel van de mensheid buiten je sluit. Het niet omgaan met andere Arme Ikken en Afstandelijke ontneemt je de mogelijkheid te leren van deze Arme Ikken en Afstandelijken.
Inzicht krijgen in wie je bent, hoe je je Ego hebt gevormd is heel belangrijk wil je je beheersingdrama transformeren in:
Bullebak | leider |
Ondervrager | advocaat/ leraar/ adviseur |
Afstandelijk | onafhankelijk denker, neutraal |
Arme ik | hervormer |
Om dit te kunnen bewerkstelligen zijn meerdere technieken mogelijk. Al deze technieken hebben echter tot resultaat dat je intuïtiever gaat worden. Deze intuïtie doet zich voor in dromen, gedachten en visioenen. Het ontvangen van een intuïtie is één, de les eruit halen door de intuïtie te voelen is het vervolg